EmailFacebookLinkedIn

Henny Moonen | Calculator

 

Veertig jaar spoorervaring (en waarom Henny nog lang niet wil stoppen)

“Ik houd van werken én van het spoor!” Niet zo gek dus dat calculator Henny Moonen (65) er al meer dan veertig jaar werkt. Met zijn pensioen in zicht is hij toch nog lang niet toe aan afbouwen. Tot die tijd draagt hij graag zijn kennis over aan collega’s.

Het was 1981 toen Henny als spoorlegger begon bij Strukton. “Op mijn eerste werkdag zette ik klemboutjes in elkaar voor de spoorverdubbeling bij station Reuver. Om dat een paar dagen later af te werken in de buurt met de naam Siberië, bij Blerick.” In 1996 deed hij een opleiding tot voorman en aansluitend voor uitvoerder. “Ik kreeg toen de functie ‘hoofdboormeester diepteboringen’, want dan kreeg je net iets meer betaald. Of het was gewoon een typefoutje bij de administratie”, lacht Henny. “Vervolgens werd ik onderuitvoerder en in 1998 uitvoerder.” Na 28 jaar stopte hij bij Strukton, maar zeker niet bij het spoor.

Zesde op de loonlijst

In 2009 werd Henny onder andere toezichthouder bij Movares. “Vanuit daar werd ik gedetacheerd bij Swietelsky.” Toen directeur John Weijtmans hem vroeg of hij niet in dienst wilde komen, zag Henny daar wel een uitdaging in. “Ik was nummer zes op de loonlijst. En op mijn eerste werkdag mocht ik gelijk naar Oslo.” Het paste goed bij zijn internationale ervaring. Want in al zijn jaren bouwde Henny spoor in onder andere: Duitsland, Denemarken, Noorwegen (Oslo en Narvik nabij de Lofoten), Luxemburg en België. Waarbij de klus in Italië een van de bijzondere was. “We vernieuwden in acht maanden tijd het spoor met meer dan elf kilometer tunnels, tussen Bologna en Pistoia. Daar werkten we voor het eerst met een ombouwtrein; voor mij helemaal nieuw, dus keek ik mijn ogen uit.”

Gezonde stress

Inmiddels is Henny calculator op kantoor en gaat af en toe nog als uitvoerder naar buiten. “Wat ik zo mooi vind aan het werk buiten? Je hebt de vrijheid én het is altijd ergens anders. Vandaag zit je in Oisterwijk, morgen in Maastricht en volgende week in Amsterdam of Delfzijl. Iedere locatie is anders.” Natuurlijk brengt het spoorwerk ook druk met zich mee. Of, zoals Henny zegt, ‘gezonde stress’. “Op maandagmorgen moet de trein immers weer rijden. Maar hoe moeilijk het soms lijkt, er is altijd een oplossing. Het blijft spannend, zeker als je achterloopt op de planning. Maar als aan het einde toch alles erin zit, is dat wel een heel fijn en trots gevoel. Voor mij persoonlijk is de planning meer een leidraad. Je moet schuiven als dat nodig is.”

Wissel 87

Je moet volgens Henny ook geen ‘9 tot 5’-mentaliteit hebben. “De treinen moeten immers rijden. We werken in weekenden en nachten, en in weer en wind: of het nu vriest, hagelt of sneeuwt. Als je daarvan houdt, is het een hartstikke mooi vak.” Hij kijkt dan ook niet per se uit naar zijn pensioen. “In november ben ik vijftig jaar aan het werk, sinds mijn vijftiende. Ik denk uiteraard wel na wat ik straks wil doen. En misschien is dat gewoon twee dagen per week blijven werken.” Maar eerst wil hij nog wissel 87 in het Limburgse Lottum, vervangen. “Dat was het wissel dat ik op mijn eerste klus als uitvoerder mocht vervangen. Dat is wel bijzonder natuurlijk.”